Aanvullende informatie
Voordat ik meer vertel over het tot stand brengen van de gelijke verbinding op de teugels wil ik voor de duidelijkheid even het volgende kwijt. Wat ik hier schrijf is een theoretisch verhaal wat uit gaat van een paard zonder fysieke en/of mentale blokkades of ander ongemak, met een goed passend zadel en hoofdstel en een ruiter die zich al redelijk bewust is van zijn eigen houding, zit en bewegingsvoorkeuren. Als je hulp nodig hebt vraag dan een goede instructeur om begeleiding. Vanzelfsprekend wil ik je graag begeleiden, zie “Instructie”.

Voorbereidend werk
Om je paard voor te bereiden op het laten vormen van zijn lichaam is het handig om vanaf de grond oefeningen te doen om je paard te leren wijken voor druk. Als hij heeft geleerd wat het antwoord is op een vraag, kun je hem daarna makkelijker trainen. Er zal meer sprake zijn van samenwerking.

Gelijke verbinding tot stand brengen
Er zijn diverse oefeningen om een gelijke verbinding tot stand te brengen. Hier onder één van die oefeningen. Het kan zijn dat je paard niet goed op reageert op deze oefening en dat een andere oefening beter past voor je paard. In hoofdlijnen komt het er op neer dat je zoekt naar een oefening waarmee je paard leert om de schouders voor de achterhand te plaatsen en het trage been sneller te maken. Doe je de juiste oefening, dan zal het gevoel in de teugels gelijk wordt. Soms is het nodig om zo’n oefening eerst heel groot aan te bieden. Heeft je paard begrepen wat het juiste antwoord is, dan zal je steeds kleiner kunnen vragen. Uiteindelijk zal een keer bij drijven op het trage been om het sneller te maken, of het sluiten van de hand op de harde teugel om je paard te helpen herinneren dat hij los mag laten voldoende zijn.

Er is nog geen balans en daardoor kan er ook geen nageeflijkheid zijn.

Er is nog geen balans en daardoor kan er ook geen nageeflijkheid zijn.

Laten we uit gaan van een rechts gebogen paard, dat op de linker schouder valt, als in blog 15a. Rij op de linkerhand. De losse verbinding is nu op de buitenteugel. Doe de volgende oefening om meer verbinding te krijgen:
Neem de rechter teugel aan, net iets meer dan de buiging die je paard van zichzelf maakt. Je linker teugel doet niet mee en mag gerust in een boogje hangen. Zit je paard erg dicht langs de kant en dreigt hij zijn neus te stoten, wendt dan eerder van de korte zijde af, zodat je aan het begin van de lange zijde 1 a 2 meter van de hoefslag af bent. Je paard zal vanzelf naar de hoefslag op de lange zijde toe lopen als je contrastelling vraagt en dan waarschijnlijk genoeg afstand houden om zich niet te bezeren. Eerst is deze stelling een redelijk eenvoudige vraag voor je paard. Het is tenslotte de buiging die hij graag aan neemt. Meestal, al na ongeveer een halve lange zijde, krijgt hij zijn bedenkingen, zoiets als: “Hm meestal vind ik buigen naar rechts wel fijn, maar je kunt het ook overdrijven…. Minder buiging is toch wel zo prettig.” Hij bedenkt dus zelf dat rechter worden beter is! Geniaal paard! Meteen sta je je rechter hand toe, zoveel als hij rechter wil worden. Je paard neemt je hand dus mee naar voren. Drijf nu een beetje bij met je linker been, of je zweepje aan de linker kant. Let daarbij op dat je niet per ongelijk aan de linker teugel vraagt. Je zweepje gebruik je om zijn aandacht in zijn linker achterbeen te krijgen, dus geen striemen op zijn billen, maar een zacht tikje als in: “Let op, je hebt je linker achterbeen nodig.” Op het moment dat je paard rechter wordt kun je hem laten halt houden. Blijf een poosje stil staan. Let daarbij op dat je teugel helemaal los is. Zorg dat je ontspannen zit en echt helemaal niets doet. Dat is nog een hele opgaaf ;-)! In eerste instantie zal je paard verwachten dat je nog wat aan hem gaat vragen, pas daarna zal hij nadenken over wat hij gedaan heeft. De meeste paarden zullen of afkauwen, of schudden, of zuchten, of gapen. Een paard dat niet gewend is om op deze manier te leren, zal eerst veel tijd nodig hebben om te gaan nadenken. Door de oefening zo aan te bieden begint je paard te snappen wat het antwoord op je vraag is. Herhaal de oefening een paar keer. Al hij het snapt zal hij steeds sneller recht worden. Het belangrijkste van deze oefening is dat je je hulpen precies herhaalt!! Zorg dat je super consequent bent, des te duidelijker is het voor je paard wat het goede antwoord is.

Op de rechter hand
Als je het gevoel hebt dat de muntjes beginnen te vallen op de linker hand, ga je naar de rechter hand. Doe de volgende oefening om een zachtere verbinding te krijgen:
Ook op deze hand vraag je contrastelling, alleen nu met het doel om een zachtere verbinding te krijgen. De stelling zal kleiner zijn dan op de andere hand, omdat je paard hier liever niet wil buigen. Al vrij snel voel je wat weerstand. Blijf zacht in je lichaam terwijl je je vraag om stelling houdt. Zodra je voelt dat je paard ook maar een beetje los laat, laat jij ook los. Hierbij komt het er op aan dat je snel bent en echt helemaal los laat. Laat je paard halt houden en nadenken, zoals je ook op de linker hand hebt gedaan. Herhaal de oefening, totdat je merkt dat je paard sneller gaat reageren. Neem de tijd!

Terug naar de linker hand
Waarschijnlijk zul je merken dat je paard al wat rechter wordt. Doe de zelfde oefening met de contrastelling als de eerste keer dat je op de linker hand reed. Als je paard recht wordt drijf je hem weer bij met je linker been. Hij zal op een gegeven moment door de vermeerderde activiteit van het linker achterbeen naar de linker buiging komen. Op dat moment kun je afwenden, door je lichaam de volte op te draaien. Let op dat je afwend zonder je linker teugel te gebruiken! De kans is groot dat je ongemerkt op je oude manier aan die teugel vraagt en dat je paard als reactie meteen weer strak wordt op de linker teugel, waardoor hij dan weer lang wordt aan de linker kant en je weer meer druk krijgt op je linker teugel. Lukt de volte, dan rij je je paard dus van het binnen been tegen de buiten teugel. Het is niet belangrijk of je een hele volte met linker stelling kunt rijden. Zodra je merkt dat je paard de stelling verliest en op de linker schouder begint te vallen, probeer je hem weer bij te drijven met je linker been of zweepje, zodat hij linker stelling aan neemt. Lukt het niet, dan rij je hem met je rechter teugel weer naar de hoefslag, zodat je hem van de linker schouder af rijdt en begin je opnieuw met recht maken.

Al veel meer balans. De nageeflijkheid ontstaat daardoor vanzelf. Achterbeen mag nog iets sneller, dan kan de neus nog iets naar voren.

Mooie verandering in 1 les. Al veel meer balans. De nageeflijkheid ontstaat daardoor vanzelf. Achterbeen mag nog iets sneller, dan kan de neus nog iets naar voren.

Ik ben benieuwd of het zo te volgen is! Laat gerust een bericht achter.

Veel succes en plezier met je paard!!

Share →

3 Responses to Serie leerzame lessen deel 15b: Wat je voelt in de hand zijn de achterbenen!

  1. Renate Boomgaard schreef:

    Fijn om na de les nog even alles terug te lezen! In het begin is alles zo nieuw! Maar beetje bij beetje wordt het me wel duidelijker! Carlos, mijn paard, werd inderdaad zacht aan zijn lange (harde) kant en ging regelmatig lang en laag lopen. Zo heerlijk dat een paard zacht en nageeflijk wordt zonder dit af te dwingen of aan te vragen in de mond! Ik persoonlijk heb hier wel begeleiding bij nodig en ik kijk dan ook uit naar de volgende les! Echt aan iedereen aan te bevelen. Renate

  2. Annabel schreef:

    Erg fijn om na te lezen. Zo kan ik ook rustig likken en kauwen op de stof?

Laat een reactie achter op Florien de Graaf Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *